Een Irakese vrouw is werkzaam in een tandartsenpraktijk. Een vrouw met haar zoon wil niet door haar behandeld worden, omdat zij een moslima is en een hoofddoekje draagt. Zij wordt door de vrouw een kinderverkrachter en pedofiel genoemd. Ze mag niet met haar “vuile vingers” in de mond van de vrouw en van haar zoon komen. 

De behandeling is door een collega overgenomen. De tandartsenpraktijk neemt tegen de vrouw maatregelen en is door de praktijkleider gebeld, waarna de vrouw een excuusmail naar de medewerkster heeft gestuurd.

Ga naar de inhoud