Wat is discri­minatie?

Discriminatie is het ongelijk behandelen en achterstellen van (groepen) mensen op basis van kenmerken die er eigenlijk niet toe doen. Denk aan afkomst, geslacht, huidskleur, seksuele geaardheid, leeftijd, godsdienst, beperking of chronische ziekte. Discriminatie is een schending van dit grondrecht en gebeurt vaak op basis van vooroordelen en stereotypen. Ieder mens heeft vooroordelen, daar is geen ontkomen aan, dat is ook niet strafbaar. Vervolgens kan dit overgaan in mensen anders behandelen vanuit de vooroordelen die je hebt.

Is het maken van onderscheid altijd discriminatie?

Niet alle discriminatie is verboden. Er zijn allerlei situaties waarin het maken van onderscheid tussen mensen is toegestaan.
  • Als er voor een filmrol een Chinees meisje wordt gezocht, dan mag daar specifiek om gevraagd worden.
  • Veel organisaties mogen onderscheid maken tussen hun verschillende doelgroepen. Een bibliotheekpas is bij­voorbeeld vaak gratis voor mensen tot 18 jaar. Ook zijn levens­verzekeringen duurder naarmate degene die hem afsluit ouder is. Dit onderscheid op leeftijd is toegestaan.
  • Als het nodig is dat iemand de Nederlandse taal goed beheerst voor een baan, dan mag iemand die hier niet aan voldoet worden afgewezen. Wat NIET mag is iemand met bijvoorbeeld een hoofddoek afwijzen voor deze baan, omdat je een vooroordeel hebt dat mensen met een hoofddoek waarschijnlijk niet goed Nederlands spreken.
De discriminatie waar ons werk over gaat is het maken van verbóden onderscheid. Dat wil zeggen: onderscheid maken tussen mensen zonder dat daarvoor objectief gezien een goede reden is.

Waarom is discriminatie verboden?

Mensen buitensluiten op basis van kenmerken die er niet toe doen, is het schenden van een grondrecht. Wie een discriminatie-ervaring heeft, weet hoe pijnlijk het kan zijn om afgewezen te worden om wie je bent, zonder dat verder wordt gekeken naar wat je doet of kunt. Mensen die gediscrimineerd worden, kunnen zich aangetast voelen in hun menselijke waardigheid. Op het werk leidt discriminatie tot slechte prestaties, ziekteverzuim en uitval van personeel. Discriminatie verstoort de saamhorigheid in de buurt en de sfeer op school. Het heeft dus niet alleen schade­lijke gevolgen voor individuen, maar ook voor de samenleving als geheel.

Discriminatiegronden

Het kenmerk waarop iemand gediscrimineerd wordt noemen we een discriminatiegrond. In de wet worden 12 discriminatiegronden onderscheiden. Wordt u ongelijk behandeld en heeft dat te maken met een van die gronden, dan kunt u een beroep doen op de wet. Hieronder kunt u in­formatie en voorbeelden lezen van deze 12 discriminatiegronden.

Leeftijd

In Nederland mag je leeftijd geen reden zijn om ongelijk behandeld te worden bij het zoeken naar of hebben van werk of bij het volgen van beroepsonderwijs. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van leeftijd:
  • Een bedrijf zoekt voor een vacature een 'pas afgestudeerde'.
  • Iemand wordt afgewezen voor een functie omdat hij te oud is.
  • Een vrijwilligersorganisatie beëindigt het vrijwilligerscontract van een vrijwilliger omdat deze tachtig jaar is geworden.

Seksuele gerichtheid

In Nederland mag je niet ongelijk worden behandeld vanwege je seksuele gerichtheid. Het feit dat je hetero-, homo- of biseksueel bent, mag geen reden zijn voor onderscheid. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid:
  • Een vrouw wordt op straat uitgescholden en bedreigd omdat zij lesbisch is.
  • Een werkgever verleent een lesbisch paar geen verlof voor hun huwelijk.
  • Een homostel wordt niet toegelaten op de camping omdat het een familiecamping is.

Godsdienst

In Nederland ben je vrij om te geloven wat je wilt. Of om geen geloof te hebben. Het hebben van een bepaald geloof mag geen reden zijn om uitgesloten te worden van bijvoorbeeld werk of onderwijs. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van godsdienst:
  • Een moslima mag geen hoofddoek dragen op het werk.
  • Een joodse scholier kan op zaterdag niet meedoen aan het toelatingsexamen voor een studie en kan daardoor niet met de studie starten.
  • Een christelijke werknemer mag zijn kruisje niet zichtbaar dragen.

Levensovertuiging

In Nederland ben je vrij om je levensovertuiging te belijden. Onder levensovertuiging verstaan we een stelsel van ideeën waarbij sprake is van fundamentele opvattingen over het menselijk bestaan. Het hebben van een bepaalde levensovertuiging mag geen reden zijn om uitgesloten te worden van bijvoorbeeld werk of onderwijs. In deze situaties kan sprake zijn van discriminatie op grond van levensovertuiging:
  • Een sollicitant wordt afgewezen voor een functie omdat hij veganist
  • Een makelaar weigert een woning te verkopen omdat deze vol staat met Boeddhabeelden en beelden die de makelaar interpreteert als afgoderij doen denken.
  • Een winkelier weigert een klant met gothic kleding te bedienen.

Ras

In Nederland mag je huidskleur, afkomst, nationale of etnische achtergrond geen reden zijn voor ongelijke behandeling (deze persoonskenmerken vallen onder de term ‘ras’). In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van ras:
  • Een werknemer met een migratieachtergrond krijgt op het werk geen kans om promotie te maken omdat autochtone collega's voorrang krijgen.
  • Een vrouw kan geen verzekering afsluiten omdat zij Roma is.
  • Een man met een Surinaams accent wordt niet aangenomen als receptionist.

Geslacht

In Nederland worden mannen, vrouwen hetzelfde behandeld. De grond ‘geslacht’ beschermt vrouwen en mannen tegen ongelijke behandeling. Discriminatie vanwege zwangerschap valt ook onder discriminatie op grond van geslacht, evenals discriminatie van transgenders en mensen die niet of niet helemaal bij het ene of het andere geslacht horen (mensen met een intersekse conditie).
In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van geslacht:
  • Het arbeidscontract van een werkneemster wordt niet verlengd omdat zij zwanger is.
  • In de krant verschijnt een vacature waarin specifiek wordt gezocht naar een mannelijke of vrouwelijke werknemer.
  • Een werkneemster heeft een aanzienlijk lager salaris dan een mannelijke collega die hetzelfde werk verricht.

Nationaliteit

In Nederland mag je niet ongelijk worden behandeld vanwege de nationaliteit die in je paspoort staat. Ook je zogeheten status (soort verblijfsvergunning) valt onder de grond nationaliteit. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van nationaliteit:
  • Een buitenlandse seizoenswerker verdient minder dan zijn Nederlandse collega's die hetzelfde werk doen.
  • Een autoverhuurbedrijf weigert een Duitse man een auto te verhuren wegens zijn niet-Nederlandse nationaliteit.
  • Een werkgever wijst een sollicitant af omdat deze een niet-Nederlandse nationaliteit heeft.

Handicap of chronische ziekte

In Nederland mag je geen nadeel ondervinden van je handicap of chronische ziekte bij, onder meer, het zoeken naar of hebben van werk, bij het volgen van onderwijs, bij huisvesting, het uitgaan of in het openbaar vervoer. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte:
  • Een uitzendorganisatie weigert een intakegesprek met een dove man vanwege zijn handicap.
  • Een werkgever weigert een sollicitant aan te nemen omdat deze een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft.
  • Een horecagelegenheid wil geen mensen in rolstoelen in de zaak.

Politieke overtuiging

In Nederland mag je politieke overtuiging geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van werk, onderwijs en het afnemen van goederen en diensten. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van politieke overtuiging:
  • Een werkneemster wordt ontslagen vanwege haar mening in een politieke discussie, die anders was dan die van haar werkgever.
  • Een politieke partij kan geen rekening openen bij een bank omdat de bank de activiteiten van de partij beschouwt als maatschappelijk niet aanvaardbaar.

Burgerlijke staat

In Nederland mag je burgerlijke staat geen reden zijn voor ongelijke behandeling. Onder burger­lijke staat en leefsituatie valt gehuwd of ongehuwd zijn, een samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap hebben, gescheiden zijn, wettig of onwettig kind zijn en alleenstaand zijn. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van burgerlijke staat:
  • Een werkneemster krijgt van haar werkgever geen extra verlofdagen voor het aangaan van een geregistreerd partnerschap, terwijl collega’s die gaan trouwen wel extra verlofdagen krijgen.
  • Alleenstaanden betalen een hogere lidmaatschapscontributie dan (echt)paren per persoon zijn verschuldigd.
  • Twee studenten mogen hun theologieopleiding niet voortzetten omdat zij ongehuwd samenwonen.

Soort contract (vast of tijdelijk)

In Nederland mag het feit dat je een vast of tijdelijk contract hebt, geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van het soort contract:
  • Een werknemer met een tijdelijk contract wordt uitgesloten van senioren- en afbouwregelingen, pensioenregelingen en vakantieregelingen.
  • Een werknemer met een tijdelijk contract krijgt geen dertiende maand uitgekeerd, in tegenstelling tot collega's met een vaste aanstelling.
  • Een tijdelijke werknemer krijgt niet de jaarlijkse loonsverhoging toegekend.

Arbeidsduur (fulltime of parttime werk)

In Nederland mag het feit dat je een parttime of fulltime dienstverband hebt, geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden en beloning. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van arbeidsduur:
  • Bij een bedrijf komen alleen werknemers die meer dan 32 uur per week werken in aanmerking voor de seniorenregeling, waarbij zij vanaf een bepaalde leeftijd minder mogen gaan werken met behoud van loon.
  • Een parttimer moet meer dienstjaren werken om voor dezelfde, automatische loonsverhoging in aanmerking te komen als een fulltimer.
  • Een parttimer ontvangt een lager uurloon dan zijn fulltime-collega die dezelfde werkzaamheden verricht.

Wet- en regelgeving

Artikel 1 van de Grondwet is glashelder over discriminatie: het is verboden. Artikelen in de Grondwet vormen de basis voor alle wetten en regels die in Nederland gemaakt worden. Ook artikel 1 is uitgewerkt in verschillende wetten en regels. De belangrijkste zijn de Algemene wet gelijke behandeling en verschillende artikelen in het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 1 van de Grondwet

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” In totaal zijn er twaalf discriminatiegronden in de wet vastgelegd. Wordt u onterecht ongelijk behandeld en heeft dat te maken met een van de discriminatiegronden, dan kunt u een beroep doen op de wet.

Algemene wet gelijke behandeling (Awgb)

De Awgb regelt dat iedereen gelijke kansen moet hebben op een baan, goede arbeids­voorwaarden, een goede opleiding of een bepaalde dienst of product. De Awgb richt zich op werkgevers, scholen, ziekenhuizen, winkeliers, horeca, sportscholen, verzekeraars en alle andere aanbieders van goederen of diensten. Zij mogen sollicitanten, werknemers, patiënten of klanten niet discrimineren op basis van een irrelevant persoonskenmerk.

Wetboek van Strafrecht

Het Wetboek van Strafrecht bepaalt onder andere dat u geen uitlatingen mag doen die discriminerend zijn of die aanzetten tot haat of discriminatie. Ook mag u niet discrimineren in de uitoefening van uw beroep of deelnemen aan activiteiten die gericht zijn op discriminatie.

Andere wetten

Naast de Algemene wet gelijke behandeling en het Wetboek van Strafrecht, zijn er nog meer wetten waarin regels over gelijke behandeling zijn opgenomen, zoals:
  • de Wet gelijke behandeling.
  • op grond van handicap of chronische ziekte.
  • de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen
  • de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.
  • enkele artikelen in het Burgerlijk Wetboek over arbeidscontracten.

Bitterzoet handvat voor les over slavernij

Het gratis lesmagazine Bitterzoet adviseert over het bespreken van het slavernijverleden van Nederland in de klas. Alle docenten van basis-, voortgezet en mbo-onderwijs in Noord-Holland Noord hebben in oktober het gratis magazine ontvangen voor gebruik in

Lees verder »
Ga naar de inhoud